Principes bij opmaak van de uurroosters

Arbeidstijd wordt geteld per kwartier waarbij uurroosterblokken starten en eindigen op: ..:00 ..:15 ..:30 ..:45.

De minimum daggrens van toepassing op een uurrooster bedraagt 3 uur ononderbroken prestatie; de maximum daggrens bedraagt 11 uur totale arbeidstijd. Er mag niet meer dan 6 uur gewerkt worden zonder onderbreking; er moet min 15’ pauze toegekend worden ten laatste op het moment waarop de duur van de prestatie 6 uur bereikt.

Personeelsleden MFC die over de middag werken nemen minimaal 30’ pauze tussen 11.30 uur en 13.30 uur. Dit moet niet indien de dienst eindigt om 13.00 uur of begint om 12.00 uur.

Er moet min. 11 uur rust zijn tussen het eindigen en hervatten van de arbeid.

Elektronische tijdsregistratie

De medewerkers moeten hun aanwezigheid persoonlijk registreren via het systeem voor elektronische tijdsregistratie :
– bij begin en einde van de dagtaak
– voor en na elke werkonderbreking wanneer men de organisatie verlaat

De registratie gebeurt adhv een strikt persoonlijke personeelsbadge die de medewerker ontvangt bij de start van de tewerkstelling.

Ieder personeelslid is verantwoordelijk voor het gebruik van de toevertrouwde badge en is aansprakelijk voor verlies en beschadiging ervan. Voor het vervangen van een badge kunnen medewerkers terecht op de personeelsdienst. De prijs van een nieuwe badge nav het vervangen van de badge wordt aangerekend via het loon; een badge die niet werkt owv normale slijtage wordt kosteloos vervangen. Bij uitdiensttreding moet de badge ingeleverd worden bij de verantwoordelijke.

Feestdagen

De betaalde feestdagen zijn:
1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.

Vóór 15 december van elk jaar worden de vervangdagen van de feestdagen die op een zondag of een inactiviteitsdag vallen beslist in de ondernemingsraad en opgenomen in de
verlofregelingen.

De criteria voor de planning van jaarlijks verlof, conventioneel verlof, vrijstelling arbeidsprestaties en arbeidsduurvermindering worden elk jaar voor 15/12 vastgelegd in
de verlofregelingen (zie bijlage 2a.en bijlage 2b).

Ziekte en ongeval 

In geval van arbeidsongeschiktheid tgv ziekte of ongeval verwittigt de medewerker onmiddellijk of uiterlijk op het normale aanvangsuur zijn verantwoordelijke (bij voorkeur telefonisch of indien niet mogelijk via mail). Voor elke periode van arbeidsongeschiktheid moet de medewerker, binnen de 2 werkdagen, een doktersattest aan zijn verantwoordelijke afgeven of opsturen (via mail en/of post). Dit attest moet de identiteit van de arts en van de medewerker vermelden, alsook de datum van het onderzoek, de vermoedelijke duur van de ongeschiktheid en de eventuele toelating om de woning te verlaten. Bij verlenging moet het attest vermelden of de nieuwe ongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte.

Een dixitattest (een doktersattest waarbij de dokter attesteert dat de medewerker zegt arbeidsongeschikt geweest te zijn op een vroegere datum dan de datum van het consult)
wordt niet aanvaard.

De medewerker die de organisatie vroegtijdig wenst te verlaten, moet daarvoor toelating krijgen van zijn verantwoordelijke. Wie het werk verlaat met toestemming van de verantwoordelijke en de volgende dag niet verder arbeidsongeschikt is hoeft geen doktersattest in te dienen. Wie wel arbeidsongeschikt blijft verwittigt zijn verantwoordelijke en zorgt voor een afwezigheidsattest binnen de 2 werkdagen vanaf de dag nadat men arbeidsongeschikt geworden is op het werk.

Loon

Het loon van de medewerkers wordt per maand berekend en uiterlijk de 7de werkdag van de maand volgend op de prestaties betaald via bankoverschrijving. 

Via www.myworkandme.com kan elke medewerker zijn persoonlijke elektronische documenten downloaden en bewaren. De medewerker meldt zich aan op de web toepassing MijnLoon via een gebruikersnaam en paswoord of e-ID (met behulp van de elektronische identiteitskaart met kaartlezer en e-ID-software).